De SGP wil minder ‘Brussel’ en meer macht bij de lidstaten

De SGP is kritisch over de Europese Unie. In tegenstelling tot veel andere partijen heeft de SGP al langer een Euro-kritisch standpunt. De partij stemde begin jaren ’90 bijvoorbeeld al tegen het Verdrag van Maastricht. SGP kamerwoordvoerder Cor van Dis stelde destijds te “hechten aan de zelfstandigheid, de eigen identiteit van Nederland.” Dat euro-kritische geluid was duidelijk religieus geïnspireerd: “Voor een erkenning van de soevereiniteit van God over het hele leven, ook het politieke leven, is er binnen de EG [Europese Gemeenschap] geen plaats, evenmin als voor de erkenning dat de mens gehouden is aan de normen en waarden die God ons via Zijn woord heeft gegeven”, aldus Van Dis destijds. Het euro-kritische geluid heeft inmiddels weerklank gevonden bij veel andere partijen, de religieuze inspiratie voor dat standpunt veel minder.

Vóór het leven en de doodstraf

De religieuze inspiratie is er in het huidige partijprogramma van de SGP “Stem vóór het leven” nog steeds. Voor leven betekent echter ook vóór de doodstraf bij de SGP. Maar omdat het zo tegenstrijdig is met de titel van het partijprogramma, wordt dit standpunt niet genoemd in het programma. Het is volgens de SGP-website nog wel een standpunt dat de partij steeds huldigt. Dit standpunt is in strijd met EU recht en Nederlandse verplichtingen onder het internationaal recht. Artikel 2 van het EU Grondrechtenhandvest verbiedt het opleggen van de doodstraf. Daarnaast verbieden het ‘Tweede Facultatieve Protocol bij het Internationale Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten (BuPo-verdrag) gericht op de afschaffing van de doodstraf’ en het ‘Zesde Protocol bij het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) inzake de afschaffing van de doodstraf’ de doodstraf ook. Nederland is partij bij beide protocollen.

Andere Europese Unie

De SGP wil een andere Europese Unie die minder invloed heeft op het beleid van de lidstaten. Volgens de SGP staat de EU onder druk, omdat nationale verschillen worden miskend. De “EU moet veel eenvoudiger en flexibeler”, stelt het programma. De SGP wil daarom een EU die zich voornamelijk bezig houdt met de interne markt. Op andere terreinen moet er meer flexibiliteit komen voor de lidstaten om wel of niet samen te werken. Daarnaast kiest de SGP voor een inrichting van de EU waarin de macht meer ligt bij de nationale parlementen.

Volgens de SGP moet de EU moet veel eenvoudiger en flexibeler.

Concreet betekent dit onder meer dat de EU niet moet uitbreiden met nieuwe lidstaten. Turkije mag niet bij de EU. Zorg, onderwijs, sociale zekerheid- en belastingbeleid moeten nationale competenties blijven. De macht van het Hof van Justitie van de EU wil de SGP beperken. In plaats van een “steeds hechtere Unie”(p. 87) moet de scheiding van verantwoordelijkheden van de EU en de lidstaten leidend worden voor toekomstig EU beleid. De richtlijn voor gelijke behandeling moet worden geschrapt. Deze richtlijn zou de vrijheid te veel in de weg zitten.

Minder ‘Brussel’, meer macht bij de lidstaten

De SGP wil een EU waarin minder macht bij de Brusselse instituties komt te liggen en meer bij “nationale regeringsleiders, ministers en parlementen die niet de belangen van de EU vertegenwoordigen, maar allereerst die van de eigen staten.” Op deze manier zou “een onevenredig grote invloed van grote lidstaten voorkomen worden.” (p. 86) De Commissie moet volgens de SGP een puur uitvoeringsorgaan worden voor de Raad van Ministers en de Europese Raad. De bevoegdheden en budget van de Europese Commissie moeten fors verminderd worden.

In het verleden vond Nederland juist dat een sterke Commissie het belang van de kleine lidstaten, waaronder Nederland, beter zou waarborgen. De SGP ziet dat anders.

Opvallend is dat de SGP de Raad van Ministers en de Europese Raad van regeringsleiders hier ziet als de beste beschermer van het Nederlands belang. In het verleden vond Nederland juist dat een sterke Commissie het belang van de kleine lidstaten, waaronder Nederland, beter zou waarborgen. Juist een onafhankelijke Europese Commissie zou een tegenwicht bieden tegen de dominantie van grote landen als bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk en Polen, die in de Raad van Ministers vaak een grotere stem hebben omdat ze meer burgers vertegenwoordigen. Op die manier kon juist een kleiner land als Nederland de besluitvorming beïnvloeden.

Interne markt

De SGP wil Europese samenwerking op het gebied van de interne markt behouden. Tegelijkertijd stelt de partij dat zorg, onderwijs, sociale zekerheid- en belastingbeleid nationale verantwoordelijkheden moeten blijven. Daarin schuilt meteen een moeilijkheid. De zorg is bijvoorbeeld nauw verbonden met de interne markt. Bijvoorbeeld, de handel van geneesmiddelen raakt direct aan de zorg, maar valt ook onder de Europese marktvrijheden. Het aanbieden van zorg valt ook onder het Europese vrij verkeer van diensten. Om die reden oefent de EU wel degelijk invloed uit op de zorg. Deze maand nog is Minister Schippers in Brussel geweest om met de andere ministers van Volksgezondheid te praten over hoe ze de krachten kunnen bundelen om samen op te trekken in de inkoop van medicijnen bij grote farmaceutische bedrijven. Dat kan ervoor zorgen dat de prijs van medicijnen lager wordt.

De SGP wil Europese samenwerking op het gebied van de interne markt behouden. Tegelijkertijd stelt de partij dat zorg, onderwijs, sociale zekerheid- en belastingbeleid nationale verantwoordelijkheden moeten blijven. Daarin schuilt een moeilijkheid.

Het behouden van belastingbeleid als nationale competentie betekent ook niet dat Nederland feitelijk alle zeggenschap behoudt over het belastingbeleid. Het belemmert namelijk niet dat de lidstaten feitelijk concurreren met hun belastingbeleid, omdat juist de interne markt regels toestaan dat bedrijven in de EU zich verplaatsen en zo kunnen kiezen voor het land met de meest aantrekkelijke belastingregels.

Democratie

Opvallend is ook dat volgens de SGP de democratische controle op de Europese politiek voornamelijk van de nationale parlementen moet komen. Voor de nationale parlementen moet het eenvoudiger worden om EU-regelgeving te blokkeren. De SGP wil dat het Europees Parlement een puur raadgevende rol krijgt.

Voor de nationale parlementen moet het eenvoudiger worden om EU-regelgeving te blokkeren.

Het is de vraag of nationale parlementen altijd een sluitende democratische legitimatie kunnen bieden. Nationale parlementen kunnen alleen de eigen regering ter verantwoording roepen, niet de Raad van Ministers van de EU als geheel. Als Nederland ook nog eens overstemd kan worden in de Raad van Ministers dan is er niet langer één parlement die Europese besluiten kan tegenhouden. Bovendien zijn er juist bij de besluitvorming in de Raad van Ministers en de Europese Raad van regeringsleiders veel zorgen over de transparantie.

Euro

De SGP is kritisch over de Euro: “Om de eurozone grondig te repareren moeten we terug naar een Europese Monetaire Unie (EMU) met minder lidstaten. Op termijn is Grieks lidmaatschap van de Eurozone onbetaalbaar en dus onhoudbaar.”(p. 88) Er moeten daarom exit-procedures komen voor een vertrek van lidstaten uit de Euro. Griekenland en andere Zuid-Europese landen moeten de Euro verlaten.

De SGP wil een eurozone met minder lidstaten. Voor het vertrek van Griekenland en andere Zuid-Europese lidstaten moeten er exit-procedures worden ontworpen.

Het programma erkent dat die exit-procedures nog niet bestaan. Er is onder de huidige verdragen, zoals Chris Koedooder hier eerder al schreef, nu geen optie voor een euro-exit. Wijziging ligt ingewikkeld, omdat alle lidstaten akkoord zouden moeten gaan. De SGP lijkt ook een niet-juridische weg voor te staan: “Wanneer de EMU hierin geen serieuze stappen zet, dan moet de Nederlandse regering onderzoeken hoe zij samen met landen als Duitsland en Oostenrijk afstand kan nemen van de EMU.”

Beperkte geldigheidsduur Verdragen

De SGP wil de geldigheidsduur van de EU-verdragen beperken tot 10 jaar. Daarna moet die verdragen “geëvalueerd en gevalideerd worden.” (p. 86) De vraag is hoe realistisch dit voorstel is. Wijziging van de EU Verdragen is moeilijk, omdat 27 lidstaten (zonder het VK) zich erover moeten uitspreken. De totstandkoming van het Verdrag van Lissabon duurde alles bij elkaar acht jaar. Sindsdien is de wil om de verdragen te veranderen sterk verminderd. De reden om elke tien jaar de verdragen te herzien wordt ook niet helemaal duidelijk in het SGP programma.

De SGP wil dat het Nederlandse parlement een nieuwe overdracht van bevoegdheden naar “Brussel” voortaan met een tweederde meerderheid moet goedkeuren. SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij heeft hiervoor een voorstel ingediend om de Nederlandse grondwet te wijzigen.

De SGP wil ook dat voortaan een tweederde meerderheid in het Nederlandse parlement goedkeuring moet verlenen als er nieuwe taken aan “Brussel” worden gegeven. SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij heeft hiervoor al een voorstel ingediend om de Nederlandse grondwet te wijzigen. In de Tweede Kamer is dat voorstel aangenomen, maar in de Eerste Kamer is het voorstel uitgesteld totdat de Staatscommissie Bezinning Parlementair Stelsel een onderzoek hierover heeft afgerond. In ieder geval zou het wetsvoorstel nog in een tweede lezing met twee derde meerderheid moeten worden aangenomen, omdat er een grondwetswijziging voor nodig is.

Een zwaardere meerderheid in het Nederlandse Parlement zou volgens Van der Staaij beter recht doen aan het grote belang van het EU-recht in de Nederlandse rechtsorde. In andere landen is zo’n eis niet ongebruikelijk. In Duitsland moet een wijziging van de EU Verdragen met tweederde meerderheid worden aangenomen in het Duitse parlement. In de praktijk betekent een dergelijke verzwaarde eis wel dat de wijziging van EU-verdragen nog lastiger wordt.

 

Foto: SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij door Roel Wijnants