Waarom de Britse verkiezingen ondanks Brexit niet over Europa gaan

Ongeveer een jaar na het Brexit-referendum gaan de Britten morgen opnieuw naar de stembus. Premier Theresa May heeft de parlementsverkiezingen uitgeschreven om een groter ‘mandaat’ te krijgen om de Brexit-onderhandelingen in te gaan. Het voelde immers een beetje raar dat zij het Verenigd Koninkrijk door deze zeer ingrijpende procedure zou leiden zonder direct verkozen te zijn (May nam immers na het Brexit-referendum het premierschap van David Cameron over zonder tussentijdse verkiezingen). Ondertussen is de aandacht in het Britse politieke debat echter verschoven naar interne kwesties, zoals veiligheid – zeker na de recente terroristische aanslagen in Londen en Manchester.

Brexit of terrorisme?

Ondanks dat de Brexit-onderhandelingen elf dagen na de verkiezingen zullen beginnen, lijken de Britten dus vooral bezig met andere zaken. Niettemin zijn er goede juridische gronden aan te voeren om deze parlementsverkiezing te zien als een constitutioneel mandaat voor de juridisch zeer ingrijpende maatregel van een uittreding uit de EU. Sowieso bestaat er een meer algemene wens bij veel Britse juristen en burgers om het (grotendeels Brexit-kritische) parlement te betrekken bij de Brexit, zodat deze mogelijk minder ‘hard’ wordt dan May voorziet (zie met name de door Britse burgers aangespannen rechtszaak vanwege de volledige handelingsbevoegdheid die de Britse regering zichzelf toedichtte en het daaruit voortvloeiende initiatief om bij deze verkiezingen ‘strategisch’ te stemmen). Daarnaast is het ook een gevaarlijk idee om de Britse regering alle macht te geven over het gigantische aantal wetswijzigingen dat een Brexit gaat opleveren. Michael Gordon, onderzoeker aan de Universiteit van Liverpool, heeft gewaarschuwd dat de Britse regering onder leiding van May daar zonder deze parlementsverkiezingen geen constitutionele bevoegdheid voor heeft. Ook stelt hij dat het Britse volk, ondanks dat het in meerderheid vóór Brexit stemde, géén eenzijdige blik heeft gecommuniceerd op de vraag wat voor soort Brexit er moet komen. Dit is niettemin een dermate cruciale vraag voor het land dat het een constitutioneel vereiste is om democratische input te zoeken, stelt Gordon.

Ondanks dat de Brexit-onderhandelingen elf dagen na de verkiezingen beginnen, lijken de Britten vooral bezig met andere zaken.

Het probleem is alleen dat deze verkiezingen nog maar nauwelijks over Brexit lijken te gaan. Dat ligt niet aan May overigens, want zij probeert kiezers er onuitputtelijk van te overtuigen dat zij de enige persoon is die geschikt is om het land door de Brexit heen te loodsen. Het is Labour-leider Jeremy Corbyn die het debat steeds naar onderwijs, zorg en veiligheid terugbrengt. Slim, want May wordt veel meer dan Corbyn gezien als een sterke leider en weet de Britten er dus vaak van te overtuigen de juiste keus te zijn als Brexit-hoofdonderhandelaar. Corbyn wijst er daarentegen graag op dat May als minister van Binnenlandse Zaken heeft gefaald om een scala aan problemen op te lossen. Door bijvoorbeeld de politiebegroting met 18 % te verkleinen zou May hebben bijgedragen aan de gestegen onveiligheid. Desondanks lijkt May volgens de verschillende peilingen op een (toch nog grote) overwinning af te stevenen en lijkt het erop dat ze morgen haar beoogde grotere mandaat zal krijgen.

Grensoverschrijdende belangen

Toch zou het debat over de EU niet moeten ondersneeuwen, want er staat veel op het spel. Via de EU gelden er in het Verenigd Koninkrijk talloze Europese wetten en jurisprudentie van het EU-Hof van Justitie. Daar moet bij uittreding allemaal vervangende wetgeving voor komen. Ook betekent een uittreding uit de interne markt van de EU dat er omvangrijke nieuwe handelsafspraken gemaakt moeten worden met de EU en de lidstaten, om nog maar te zwijgen over verdragen met niet-Europese landen die eerst een blok tegenover zich zagen en nu een enkele eilandstaat. Het meest frappant zijn nog de belangen van EU-burgers die momenteel werkzaam zijn in het Verenigd Koninkrijk (dit zijn er ongeveer 3,5 miljoen) en andersom Britten die nu in een andere lidstaat werken (ongeveer 1,2 miljoen). Kunnen zij over een paar jaar nog normaal leven en werken in hun nieuwe thuisland? Niemand kan het hen vooralsnog verzekeren. Ook stelde EU-hoofdonderhandelaar Michel Barnier een paar maanden geleden dat er een ‘vertrekrekening’ zal komen die het Verenigd Koninkrijk aan de EU zou moeten betalen: 52 miljard pond aan ‘achterstallige rekeningen’. Hoe zit het daar nu mee? En wat vindt het Britse volk daarvan? We weten het niet, want het debat gáát er niet over.

Harde of zachte Brexit?

En wat willen de politieke leiders zelf eigenlijk? Van May is duidelijk dat ze aanvankelijk tegen Brexit was, maar zich er nu heel pragmatisch naar gevoegd heeft. Vorige week zei ze op televisie: “I think we are doing the right thing in making a success of Brexit”. Want zeggen dat Brexit echt een goed idee is voor het Verenigd Koninkrijk, dat doet ze niet. Ook Corbyn heeft zich pragmatisch achter het Britse vertrek geschaard, met onder andere een verwijzing naar de voordelen van beperkte arbeidsmigratie. Want dat was ook veel Labour-stemmers een doorn in het oog: de goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa. Corbyn kan goed scoren met de boodschap dat de verzorgingsstaat er weer voor de Britten is, en dat valt wel in het Brexit-verhaal te fietsen.

Er valt morgen voor de Britten wel degelijk iets te kiezen met betrekking tot de toekomstige verhoudingen met de EU.

Toch lijkt het erop dat May meer een ‘harde’ Brexit voorstaat, en Corbyn een iets ‘zachtere’. Waar “no deal” een realistische mogelijkheid is voor May, noemt Labour die optie “the worst possible deal for Britain [which] would do damage to our economy and trade”. Waar May bereid is om de belangen van EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk op het spel te zetten, heeft Labour uitdrukkelijk aangegeven de rechten van deze mensen niet als ‘bargaining chips’ te willen inzetten. En waar de rechterflank van de Conservatieve partij er niet voor terugdeinst het woord ‘oorlog’ in de mond te nemen wat zeggenschap over Gibraltar betreft, is Corbyn een overtuigd pacifist. Er valt morgen dus wel degelijk iets te kiezen met betrekking tot de toekomstige verhoudingen met de EU.

De onderhandelingen

De EU zelf wil vooral ‘transparant’ zijn. De Europese Commissie publiceerde laatst twee ‘position papers’ waarin zij liet zien goed voorbereid te zijn op de veelomvattendheid van de onderhandelingen. De Commissie noemde onder andere te beschermen rechten voor de 5 miljoen Europeanen die na Brexit ineens niet meer in de EU wonen of ineens wel terwijl hun eigen Verenigd Koninkrijk daar niet langer deel van uitmaakt. Hiermee lijkt de Commissie aan te geven: hier staan basale rechten van EU-burgers op het spel en daar spelen we niet mee (net zoals Labour dat heeft aangegeven). Ook communiceerde de Commissie haar positie met betrekking tot de eerder genoemde ‘vertrekrekening’ die het Verenigd Koninkrijk zou moeten betalen, waarop ze alvast een aantal kostenposten opsomt, van financiële instanties tot fondsen voor scholen en universiteiten.

Het is in het belang van de Britse regering om met geheven hoofd de Brexit-onderhandelingen te kunnen verlaten. Een gigantische vertrekrekening valt daar moeilijk mee te rijmen.

Of deze rekening echt 52 miljard pond gaat bedragen, zoals wel wordt gesteld, is echter zeer de vraag. De EU zal de soep wellicht heet willen opdienen om de Britten te laten voelen dat zij de Brexit tegenstaat, maar haar belangen zijn dan ook eerder politiek dan financieel: de overige lidstaten moeten sterker uit dit proces komen. Daarentegen is het juist in het belang van de Britse regering om met enigszins geheven hoofd de Brexit-onderhandelingen te verlaten, en een (in de publieke opinie) gigantische ‘eindrekening’ valt daar moeilijk mee te rijmen. Toch moet ook de gevleugelde uitspraak van May, “No deal is better than a bad deal”, met een korrel zout genomen worden. Michael Gordon geeft desgevraagd aan dat het mogelijk is om in het Verenigd Koninkrijk intern vervangende wetgeving voor alle EU-regels op te tuigen, maar qua buitenlands beleid zegt hij: “[no deal] would be so damaging and chaotic it really would be the worst case scenario, and should be avoided at all costs.

Invloed op de toekomst

De Britten stemmen morgen over de toekomst van het Verenigd Koninkrijk, maar ook een beetje over de toekomst van Europa. De Brexit-onderhandelingen, die jaren kunnen gaan duren, en het daaruit voortkomende terugtrekkingsakkoord zullen de dynamiek tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk voor lange tijd bepalen. De relatie tussen de EU27 en het Verenigd Koninkrijk zal danig op de proef worden gesteld, en het is te hopen dat er niet te veel kapot gemaakt wordt op gebieden waar nu intensief wordt samengewerkt. Niemand kan voorspellen hoe de onderhandelingen zullen gaan lopen en wie van de politieke leiders het beter zal doen, maar de keuze tussen de ‘harde’ Brexit van May en de ‘zachtere’ Brexit van Corbyn is wel degelijk relevant voor zowel de Britten als de rest van de EU.

 

Foto: De Britse premier Theresa May ondertekent de artikel 50-brief – Number 10