In haar recentste boek No Is Not Enough analyseert Naomi Klein op indrukwekkende wijze de opkomst van Trump en de maatschappelijke beroering die zijn politieke acties teweegbrengen. Ze bekijkt hierbij de manier waarop ‘shocktherapie’ wordt gebruikt om in tijden van publieke onrust vergaande economische en politieke maatregelen door te voeren, een fenomeen dat zij ook in eerder werk beschreef. In No Is Not Enough gaat Klein echter nog een stap – of zelfs een sprong – verder door een voorstel te doen voor constructief verzet tegen zulke ‘shock politics’ in de vorm van collectieve gedachtenvorming over hoe het wél zou moeten. Alleen verzet is niet afdoende: er zijn nieuwe idealen en visies nodig in de politiek.
Hoewel vergelijkingen tussen de VS en de EU vaak moeilijk te trekken zijn, al was het maar omdat de EU niet zonder meer als federatie in de Amerikaanse zin kan worden beschouwd, bevat No Is Not Enough een boodschap die ook voor het huidige Europese debat zeer relevant is: In tijden van crisis loont het zowel de moeite om kritisch te kijken naar nieuwe politieke en juridische maatregelen, als om alternatieve visies te ontwikkelen. Belangrijke fora daarvoor zijn onder andere de rechterlijke instanties.
Spaanse hypotheken en activistische rechters
Een concreet voorbeeld van de manier waarop rechters in de EU kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe denkrichtingen is te vinden in de rechtspraak over algemene voorwaarden in hypotheekcontracten in Spanje (zie ook deze blog). In de nasleep van de economische crisis zijn veel Spaanse huiseigenaren hun woningen kwijtgeraakt en uitgezet doordat zij de hypotheektermijnen niet meer konden betalen en de banken de huizen hebben geveild. Dit werd vergemakkelijkt door het feit dat veel banken eenzijdige voorwaarden hadden opgenomen in de contracten, die dit proces van uitzetting versnelden.
Terwijl een oplossing van de overheid voor deze massale problemen op de huizenmarkt uitbleef, hebben Spaanse rechters, door de algemene voorwaarden van de banken aan EU-recht te toetsen, nieuwe vormen van bescherming voor huiseigenaren gecreëerd. Zij gebruiken hiervoor de mogelijkheid vragen over de toepassing van het Unierecht voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU in Luxemburg, dat duidelijk maakt waar het nationale recht tekort schiet. Door deze actieve houding van de nationale rechters zijn hervormingen in het Spaanse recht doorgevoerd, die de gevolgen van de crisis voor huiseigenaren verzachten. Waar de aandacht van de overheid aanvankelijk vooral uitging naar het overeind houden van banken, is via de wisselwerking tussen nationaal en Europees recht op die manier ook de bescherming van de belangen van Spaanse burgers verbeterd.
Rechters in Utopia
In navolging van Naomi Kleins boek kan in het Spaanse voorbeeld een uiting van nieuw utopisme worden gezien. Nationale rechters formuleren een nieuw ideaal naast het bestaande recht door alternatieven te schetsen vanuit het EU-recht. De dialoog met het HvJ EU biedt hen de ruimte om die alternatieven terug te vertalen naar de nationale rechtsorde. Aanknopingspunten kunnen daarbij worden gevonden in fundamentele rechten, zoals het recht op huisvesting dat wordt gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het EU Handvest van de Grondrechten. Rechters dragen op deze manier bij aan de verbeelding van een nieuwe Europese rechtsorde (zie voor dit gedachtegoed ook M. Loughlin, The Constitutional Imagination).
Utopisch denken is derhalve in de EU ook mogelijk, en niet geheel afhankelijk van demonstraties en burgerinitiatieven als het Leap Manifesto dat Klein in haar boek presenteert. De wisselwerking tussen nationale en Europese rechters op basis van bestaande (fundamentele) rechten biedt ruimte voor constructieve kritiek.
Foto: John Smith