Messi vs Massi: een opmerkelijk duel in de EU

Door Vincent Stoop

Messi scoort in Luxemburg

Messi; een naam die voor velen geen verdere uitleg behoeft, althans volgens het Gerecht van de Europese Unie. Het Gerecht in Luxemburg heeft op 26 april besloten dat de Argentijnse Lionel Messi, sterspeler van FC Barcelona en best verdienende voetballer ter wereld, zijn naam mag registreren als merk. Vanaf nu mag Messi dus onder zijn eigen naam sportartikelen en sportkleding gaan verkopen.

Massi?

Deze beslissing is voorlopig (er kan nog hoger beroep ingesteld worden) de laatste in een juridische strijd van zeven jaar. Zo vroeg als augustus 2011 heeft Messi het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO) verzocht om inschrijving van het merk ‘MESSI’, waarmee hij sportkleding, -schoenen, en andere sportartikelen wil verkopen. Meneer Jaime Masferrer Coma van het merk ‘MASSI’ was het hier echter niet mee eens. Verwarring ligt namelijk op de loer: Massi verkoopt nu juist óók sportkleding en -schoenen, naast fietshelmen en handschoenen.

Wiens intellectueel eigendom?

Het EUIPO concludeerde in april 2014 dat Massi gelijk had. De belangrijkste elementen van de merken, bestaand uit de termen ‘MASSI’ en ‘MESSI’, zijn visueel en fonetisch gezien nagenoeg identiek. Bovendien zou niet iedereen die in sport geïnteresseerd is de term ‘Messi’ direct aan de kleine Argentijn linken: het Bureau overwoog dat slechts een deel van die groep (hoogstwaarschijnlijk de voetbalsupporters) dat zou doen.  Vanzelfsprekend was Messi niet tevreden met deze uitspraak. Hij ging in hoger beroep bij het Gerecht van de Europese Unie, met als resultaat de uitspraak van 26 april.

De verwarring in kaart gebracht

Deze uitspraak draait om een artikel in het Europese recht, dat het registreren van een nieuw merk verbiedt, wanneer het door een gelijkenis met een eerder merk of de producten van een eerder merk verwarring kan oproepen bij het publiek. Was dat nu het geval in de Messi/Massi saga? Om te testen of er een dergelijke kans op verwarring ontstaat door het registeren van ‘MESSI’, verdeelt het Gerecht deze vraag in vier onderdelen: (a) een definitie van het publiek, (b) een definitie van de producten en hun gebruik, (c) een vergelijking van de merken, en (d) het bestaan van een kans op verwarring. Mocht het inderdaad zo zijn dat de twee merken te veel op elkaar lijken, zou Messi het onderspit delven in deze zaak.

Over de eerste twee vragen oordeelt het Gerecht snel; het publiek en de producten van de twee merken komen overeen. Dat wil zeggen, grofweg dezelfde groep mensen worden aangesproken en Massi en Messi verkopen vergelijkbare producten. De derde vraag deelt het Gerecht op in een visuele, fonetische, en conceptuele vergelijking. Over de visuele en fonetische vergelijking oordeelt het Gerecht ook snel; de merken zien er ongeveer hetzelfde uit en ook fonetisch komen de merken sterk overeen. Dit laatste beslist het Gerecht ondanks het vermakelijke argument van de partij van Messi dat zijn merk uitgesproken moet worden als ‘M. Messi’, omdat het logo een gestileerde hoofdletter ‘M’ boven het woord ‘MESSI’ bevat. Het Gerecht is echter niet totaal wereldvreemd, en is er redelijkerwijs van overtuigd dat de merknaam uitgesproken zal worden als ‘Messi’.

Messi en Picasso

Tot hieraan toe is het Gerecht het dus volledig eens met de eerdere uitspraak van de EUIPO, maar de conceptuele vergelijking gooit roet in het eten voor Massi. Het Gerecht oordeelt dat Messi niet alleen bekend is bij het publiek dat geïnteresseerd is in sport, maar dat hij ook een welbekend publiek figuur is. Iedereen die wel eens televisie kijkt of naar de radio luistert heeft, aldus het Gerecht, een notie van wie Lionel Messi is. Hieruit concludeert zij dat het waarschijnlijk is dat de gemiddelde consument van sportkleding en -artikelen de merknaam ‘MESSI’ direct zal associëren met de voetballer. Het conceptuele verschil is daardoor zo groot dat het de andere overeenkomsten te niet doet. Helemaal verrassend is deze uitspraak niet. Deze conclusie werd eerder gevormd in Europese zaken waarin het een wereldberoemde achternaam betrof, zoals in de zaak van de familie Picasso. Ook daar werd de naam Picasso gelijk geschakeld aan de schilder. Iets dergelijks geldt nu ook voor Messi: deze heeft vanaf nu juridisch bewijs dat hij –ondanks klein postuur- tot de groten der aarde behoort.

Het Gerecht oordeelt dus dat de kans op verwarring niet te groot is om het merk ‘Messi’ te verbieden. Het overgrote deel van het relevante publiek zal het merk ‘MESSI’ associëren met de voetballer, en zal ‘MASSI’ zien als  een andere sympathieke verkoper. Ze zullen daarom niet snel denken dat de producten van deze twee merken van dezelfde onderneming komen. De best verdienende voetballer ter wereld kan zich zo nog wat rijker rekenen: vanaf 26 april mag hij ook sportartikelen gaan verkopen onder zijn eigen naam.

 

Foto One Life Church