Door Laura Burgers
Sinds 2015 wordt gesproken van een klimaatrechtszaken-trend. Inmiddels zijn wereldwijd meer dan duizend zaken aangespannen over de gevaren van klimaatverandering. Veel van die zaken worden gevoerd tegen overheden: zo gaf de rechter Stichting Urgenda gelijk tegenover de Nederlandse Staat. Andere zaken hebben bedrijven als doelwit – afgelopen april begon Milieudefensie bijvoorbeeld een zaak tegen Shell. Het was in zekere zin wachten op een zaak tegen de EU. En ja hoor, die werd 23 mei aangespannen bij het gerecht van het EU-Hof in Luxemburg. Hier volgt in vogelvlucht een toelichting op de aanklacht.
Grondslag aanklacht
Onder de naam People’s Climate Case klagen een Sami-jongerenorganisatie en tien gezinnen de EU aan over haar klimaatdoel en -beleid. Meer specifiek is hun zaak gericht tegen het Europees Parlement en de Europese Raad. De gezinnen en de Sami-jongeren baseren hun aanklacht op twee artikelen. De eerste basis is artikel 263 van het EU-Werkingsverdrag, dat bepaalt dat burgers mogen klagen over de onwettigheid van EU-wetgeving. Op de tweede basis kom ik zo terug.
Argumentatie in een notendop
De uitgebreid onderbouwde aanklacht telt meer dan honderd bladzijden. In een notendop: het huidige klimaatbeleid van de EU is strijdig met hogere rechtsnormen, waaronder de mensenrechten. De eisers zeggen dat hun fundamentele rechten op leven, gezondheid, werk en eigendom worden geschonden door de gevolgen van klimaatverandering.
Internationale en EU-verdragen
De EU is door het internationale klimaatrecht gebonden: het Klimaatverdrag en het Akkoord van Parijs. Ook benadrukt de EU in zijn verdragen het belang van milieubescherming, voor huidige en toekomstige generaties: het EU-verdrag en het Werkingsverdrag bevatten allerlei milieurechtelijke beginselen en het EU-handvest met grondrechten beschermt de door eisers ingeroepen grondrechten. Met deze documenten en met lagere wetgeving erkent de EU dat klimaatverandering desastreuse gevolgen kan hebben, als die niet op tijd gekeerd wordt. Het zijn rechtsbronnen van een hogere orde dan het klimaatbeleid. Het klimaatbeleid kan hier dus aan worden getoetst.
Wetenschap: rekenmodellen en experts
Maar, zo stellen de eisers, als we uitgaan van de huidige rekenmodellen, zien we dat de huidige klimaatwetten niet leiden tot een opwarming van de aarde van ‘well below’ twee graden Celsius, zoals het Parijs-akkoord voorschrijft. De EU doet in de ogen van People’s Climate Case dus niet genoeg om gevaarlijke verandering te keren, met alle gevolgen van dien. Volgens de eisers is veel meer actie mogelijk. Ze onderbouwen dit en zeggen dit nog veel uitvoeriger te kunnen doen met hulp van experts, mocht het EU-Hof dat nodig vinden.
Doel aanklacht
De families willen daarom dat de EU alternatieven gaat bedenken voor zijn drie belangrijkste klimaatwetten: de Emissions Trading Directive (richtlijn handel in broeikasgassen); de Effort Sharing Regulation (verordening verdeling inspanningen) en de Land Use, Land Use Change and Forestry Regulation (verordening landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw). Ook moet het huidige klimaatdoel van de EU op de schop. Dat mikt er nu op dat in 2030 veertig procent minder broeikasgassen worden uitgestoten ten opzichte van het jaar 1990.
Actie, geen schadevergoeding
De tweede basis van de aanklacht is artikel 340 van hetzelfde verdrag, dat bepaalt dat de EU schade moet vergoeden als ze daarvoor aansprakelijk is volgens de gemeenschappelijke beginselen van de lidstaten van de EU. Klimaatverandering leidt nu al tot schade, stellen de gezinnen. Toch vragen ze niet om een financiële compensatie. Ze vinden het belangrijker dat actie wordt ondernomen, in de vorm van beter klimaatbeleid. Stichting Urgenda en Milieudefensie vroegen ook om zo’n ‘rechterlijk bevel’ of injunction tot actie – maar dit is vrij uniek. In alle Amerikaanse klimaat-aansprakelijkheidszaken, en ook in een klimaatzaak in Duitsland, wordt juist wel schadevergoeding geëist.
Eisers door heel Europa…
De gezinnen zijn vanwege hun woonplaats ieder op een eigen manier kwetsbaar voor klimaatverandering: het gezin op een Duits Waddeneiland wordt bedreigd door zeespiegelstijging en storm; de gezinnen in Portugal in Frankrijk vrezen voor hun boeren-familiebedrijven; de Sami-jongeren uit het hoge Noorden zien hun rendierkuddes ieder jaar slinken. Hun bestaan wordt bedreigd – kunnen zij straks nog het beroep van hun voorvaderen uitoefenen?
…én daarbuiten
Interessant genoeg zijn er ook twee gezinnen bij die niet uit Europa komen: een uit Fiji en een uit Kenia. Droogte, hittegolven en heviger stormen zijn voor hen levensbedreigend. Fundamentele rechten gelden voor deze gezinnen evengoed, stelt de aanklacht. Bovendien, bedrijven van buiten de EU kunnen zich ook op EU-rechten beroepen in het mededingingsrecht: bij een kartel kunnen niet-Europese bedrijven de Europese Commissie vragen om in te grijpen. ‘Er is geen reden dat grote bedrijven die lijden onder valse concurrentie beter behandeld zouden moeten worden dan mensen met boeren- en toeristenbedrijfjes die worden bedreigd in hun levensonderhoud,’ stelt paragraaf 201 van de aanklacht. Het wordt spannend om te zien of het Hof mee zal gaan in deze retorisch sterke, maar juridisch verstrekkende redenering.
Politiek proces?
De klimaatzaken zijn controversieel omdat veel mensen vinden dat politieke besluiten niet via de rechter moeten worden afgedwongen. Ook bij deze zaak zal die kritiek waarschijnlijk opkomen: is het niet aan de Europese politiek om het EU-klimaatdoel vast te stellen? De aanklacht speelt hier alvast op in, door geen specifiek alternatief voor te stellen. De eisers onderbouwen hun stelling dat het huidige klimaatbeleid niet volstaat. Maar hoe het nieuwe beleid er dan precies uit moet zien, of zelfs wat het nieuwe klimaatdoel dan moet zijn, dat moet de politiek maar bepalen. Hun eis – het overboord gooien van de drie Europese wetten en het herformuleren van het klimaatdoel – lijkt misschien erg specifiek, maar volgens de families volgt dit uit het bestaande recht.