De Hongaarse rechtsstaat onder druk. Deel II: De rol van de EU

Deze week schrijft Kati Cseres in twee artikelen over de zorgelijke ontwikkelingen rondom de Central European University in Hongarije. Ze legt uit hoe de universiteit met sluiting wordt bedreigd, hoe de gebeurtenissen passen in een bredere aanval van de Hongaarse regering op de waarden van de rechtsstaat en wat de EU daar mogelijk aan zou kunnen doen. Vandaag publiceren we haar tweede artikel. Lees hier het eerste artikel terug – redactie.

De ontwikkelingen rondom de Central European University (CEU) waarover ik eerder deze week op EU Explainer schreef, maken deel uit van een lange ontwikkeling in Hongarije die de rechtstaat en zijn fundamentele instellingen systematisch bedreigt. Hongaarse wetgeving is zo een belangrijk middel geworden voor de regering van premier Viktor Orbán om de fundamenten van de rechtstaat te vernietigen.

Strijd met rechtsstatelijke waarden

De manier waarop en de snelheid waarmee de wijziging van de Hongaarse Wet op het Hoger Onderwijs – de zogenaamde ‘Lex CEU’ – is aangenomen zijn strijdig met de meest fundamentele eisen van rechtsstatelijkheid. Dat nieuwe Hongaarse regels in feite bepaalde rechtspersonen uitpikken en op basis van arbitraire politieke doeleinden voor hen een bijzondere behandeling vereisen, is de laatste zeven jaar een bekend fenomeen geworden. Hongaarse wetten leggen steeds vaker politieke belangen van individuen en bepaalde groepen vast. In de voorbereiding van Lex CEU werden bijvoorbeeld geen van de buitenlandse universiteiten geraadpleegd en kregen zij ook niet de gelegenheid om deel te nemen aan de wetgevingsprocedure. Onder de regering-Orbán zijn er talloze soortgelijke voorbeelden die de rechtstaat (rule of law in het Engels) vervangen met politieke macht, gecreëerd door wetgeving: ‘rule by law’.

De totstandkoming van Lex CEU is strijdig met de meest fundamentele vereisten van rechtsstatelijkheid.

In 2011 werd een nieuwe mediawet aangenomen die het mogelijk maakt om hoge boetes op te leggen aan media die niet ‘objectief’ berichten. Die bepaling is duidelijk in strijd met de vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in onder meer artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Dat jaar trad ook een controversiële nieuwe grondwet in werking. Eén van de maatregelen daarin was dat zittende rechters al op 62-jarige leeftijd met pensioen werden gestuurd, in plaats van op 70-jarige leeftijd. Deze regeling werd gezien als een openlijke aanval op de onafhankelijkheid van Hongaarse rechters. Sindsdien is in korte tijd een tiende van de rechters met pensioen gestuurd. Deze regel is later aangevochten voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), dat van oordeel was dat Hongarije in strijd heeft gehandeld met artikel 10 EVRM door de ambtstermijn van de President van het Hooggerechtshof voortijdig te beëindigen vanwege de kritiek die hij op verschillende wetsvoorstellen had geleverd.

Ook de onafhankelijkheid van de Nationale Databeschermingsautoriteit is aangetast door de nieuwe grondwet. Deze functie is volledig opgeheven, doordat met de inwerkingtreding van de grondwet in 2012 het mandaat van de toezichthoudende autoriteit voor de bescherming van persoonsgegevens voortijdig is beëindigd. De Europese Commissie is daarom een inbreukprocedure gestart, zodat het EU-Hof van Justitie uitspraak kan doen over de vraag of Hongarije heeft verzaakt haar verplichtingen onder EU-recht na te komen.

In 2013 heeft het Hongaarse parlement, waarin Orbáns Fidesz-partij destijds een twee derde meerderheid had, een omstreden grondwetswijziging goedgekeurd. De wijziging voorzag onder meer in een belangrijke beperking van de bevoegdheden van het Constitutioneel Hof. Door de wetswijziging kunnen eerdere uitspraken van het Hof over aangenomen wetten worden genegeerd. Ook kreeg het Constitutioneel Hof minder bevoegdheden om nieuwe wetten te toetsen aan de grondwet.

Soros als staatsvijand

De ontwikkelingen rondom de CEU zijn in deze zorgelijke context te plaatsen. De weerstand van de regering-Orbán tegen de CEU heeft alles te maken met de oprichter van de CEU: de Hongaars-Amerikaanse miljardair en filantroop George Soros. Soros is een belangrijke criticaster van Orbáns beleid en wordt door regering beschouwd as staatsvijand nummer één. De organisaties die door Soros en zijn Open Society Foundation (OSF) ondersteund worden, zoals ngo’s op het gebied van mensenrechten, democratisch bestuur en sociale hervormingen, zijn nu doelwit van de regering en van Orbán zelf. Volgens Orbáns Fidesz-partij veroorzaken die organisaties de aanhoudende vluchtelingenstroom en veroorzaken ze zitten zij achter de beweging van studenten en academici die die als bedreiging voor de nationale veiligheid wordt bestempeld.

De weerstand van de regering-Orbán tegen de CEU heeft alles te maken met oprichter George Soros.

Merkwaardig genoeg heeft premier Orbán in de jaren 80 zelf met een studiebeurs die door George Soros is betaald gestudeerd aan Oxford. En hij is niet de enige van Fidesz: veel van zijn partijgenoten hebben ook met een beurs van Soros aan Engelse universiteiten gestudeerd.

Actie van de EU

Dat de EU iets kan doen en iets moet doen, is al talloze keren benadrukt en beargumenteerd door academici, de Hongaarse oppositie en Europarlementariërs. Echter, pas recent zijn de eerste stappen gezet.

Op 26 april 2017 hebben verschillende Europarlementariërs erop gewezen dat de nieuwe onderwijswet (Lex CEU) een aanval op de academische vrijheid is en dat ngo’s aangepakt worden om kritische stemmen te onderdrukken. Volgens deze Europarlementariërs heeft de EU passief toegekeken hoe de democratie in Hongarije systematisch is ondergraven; ze eisen strengere maatregelen.

Volgens eurocommissaris Frans Timmermans is Lex CEU niet verenigbaar met EU-wetgeving.

Eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans stelde daarop dat zijn juridische analyse van de nieuwe onderwijswet heeft bevestigd dat deze niet verenigbaar is met EU-wetgeving en kondigde daarom een inbreukprocedure aan. De Commissie heeft ook bezwaren tegen andere maatregelen van de regering-Orbán, zoals de weigering mee te doen aan de verplichte herverdeling van asielzoekers over de EU-lidstaten, het opsluiten van migranten, het wetsvoorstel over de registratie van maatschappelijke organisaties die (deels) vanuit het buitenland worden gefinancierd en de Hongaarse zogenoemde nationale consultatie met een zeer controversiële – en misleidende en onjuiste – vragenlijst onder de titel ‘Stop Brussel’, die de regering-Orbán deze maand verspreidde.

Resolutie van het Europees Parlement

Belangrijker is dat op 17 mei 2017 het Europees Parlement een resolutie heeft aangenomen, waarin staat dat de situatie in Hongarije het in werking stellen van de artikel 7-procedure rechtvaardigt. Dit is een verstrekkende procedure, waarmee de rechten van een EU-lidstaat uiteindelijk geschorst kunnen worden. De resolutie roept op om artikel 7 lid 1 van het EU-Verdrag in werking te stellen. De Hongaarse overheid wordt in de resolutie opgeroepen om de wetten die regels tegen asielzoekers en ngo’s aanscherpen te herzien of in te trekken, en overeenstemming te bereiken met de autoriteiten van de Verenigde Staten om de CEU in Boedapest als onafhankelijk instituut te laten overleven.

Op 17 mei nam het Europees Parlement een resolutie aan waarin het oproept tot het in werking stellen van de artikel 7-procedure.

Niet onbelangrijk is dat de Europese Commissie heeft aangekondigd om het gebruik van EU-fondsen door de Hongaarse overheid strikt te gaan monitoren. De Hongaarse economie steunt heel zwaar op EU-fondsen en de laatste vijf jaar is de concurrentiepositie van het land verslechterd. Arbeidskrachten verlaten het land massaal terwijl Hongarije de op twee na grootste aanvanger van EU-fondsen is.

Dat aspect is zeer opvallend en illustreert tegelijkertijd goed de dubbele standaard van Orbán waar het de EU en Brussel aangaat. Zijn regering is de op twee na grootste ontvanger van EU-fondsen terwijl hij een campagne voert onder de veelzeggende titel ‘Stop Brussel’. De regeringsslogan is overal in het land prominent zichtbaar, ook op plekken in bijvoorbeeld metro- en treinstations die vaak met EU-subsidies zijn aangelegd.

Wat gaat er nu gebeuren?

Er is nog zeker geen sprake van EU-sancties tegen Hongarije, maar het is belangrijk dat één van de EU-instellingen een duidelijke oproep heeft gedaan om artikel 7 van het EU-Verdrag tegen Hongarije in te roepen. De artikel 7-procedure kan uiteindelijk leiden tot tijdelijke schorsing van de rechten van een EU-lidstaat. Op dit moment is het zeer onwaarschijnlijk dat de daarvoor vereiste unanimiteit onder de overige lidstaten behaald wordt: Polen en Hongarije hebben elkaar steun toegezegd in hun rechtsstatelijke conflicten met Brussel. Mogelijk worden de ontwikkelingen rondom CEU daarom niet alleen symbool voor de aanval op de academische vrijheid, maar ook voor het onvermogen van de EU om haar fundamentele waarden adequaat te beschermen.

De ontwikkelingen rondom CEU staan ook symbool voor het onvermogen van de EU om haar fundamentele waarden adequaat te beschermen.

 

 

Foto: De Hongaarse premier Viktor Orbán, European People’s Party